Auteur: skiguru

“Skien is net als traplopen. Je zet naar voren af om de volgende trede te nemen. Bij het skien is het geen trede maar de volgende bocht.” – SkiGuru Henry

Tijdens een training kwam ik Henry tegen. Henry is eigenaar van een innovatieve organisatie die training geeft aan gevorderde skiërs door gebruik te maken van feedback via oortjes tijdens de training. Een echte SkiGuru.

Henry legde aan mij uit dat skiën net als de trap oplopen is. Tijdens het traplopen trek je je been in om naar de volgende trede te komen. Daardoor komt druk op het been dat op de oude trede staat. Tegelijkertijd verplaatst je je gewicht naar voren terwijl je met je andere been een stap maakt naar de volgende trede.

Tijdens het skiën doe je iets vergelijkbaars. Om een nieuwe bocht in te zetten trek je je oude buitenbeen, je dalski, in en “stap” je naar voren. Hierdoor verplaats je je gewicht naar voren richting het dal. Daarmee verplaats je je zwaartepunt en vervolgens blijf je sterk op je nieuwe buitenbeen staan en stuur je daarmee de bocht uit. hierbij span je voortdurend je buikspieren aan.

Lastig te begrijpen? Wil je het voelen? Ga eens heel langzaam, bewust de trap op lopen. Stap voor stap. Probeer dit gevoel eens na te doen terwijl je rustig naar beneden skiet. Doet dit wel op een eenvoudige helling zodat je het gevoel rustig kunt opbouwen en ervaren. Of boek een skitraining en ga hier bewust mee aan de slag met de trainer. Uiteindelijk kun je zelfs van trappen die je op loopt, af skiën!

Een veel gehoord gezegde: fietsen verleer je nooit. Vreemdgenoeg geldt ditzelfde voor skien. Of is het niet vreemd? Skien en fietsen lijken meer op elkaar dan je denkt….

Als je met twee skies naar beneden gaat, begint een bocht doordat je de skies instuurt met de punten naar de zijkant. Als de skies licht gedraait zijn begint het uitsturen van de bocht.

Uitsturen
Bij het uitsturen van een bocht is er druk op je dalski. De ski wordt licht op de kant gezet. Door de druk op de dalski en de licht kanthoek, kan de ski zich als het ware in de sneeuw graven. Hierdoor kun je een bocht maken.

Insturen

Aan het einde van de bocht, aan het begin van de nieuwe bocht worden de skies met de punten richting het dal gestuurd om daarna licht richting de zijkanten te worden gestuurd.

En wat heeft dit met fietsen te maken?

Tijdens het fietsen druk je steeds met 1 voet, 1 pendaal naar beneden. De andere voet doet niets maar wordt met het pendaal naar je toe geduwd. Dit komt overeen met het druk zetten op je dalski en daarmee druk loslaten van je bergski. Tussendoor is de druk gelijk op beide pendalen.

LETOP: Het verschil tussen fietsen en skien is dat de voeten niet te veel voor of na elkaar komen. Je schuift dus tijdens het skien niet actief met je voeten naar voren en achteren.

Tijdens het skien druk je dus op je dalski net zoals je de pendaal naar beneden drukt. Tegelijkertijd laat je de druk los op je bergski net zoals het andere pendaal. Lastig? Ga eens met de fiets naar een sneeuwbaan en probeer het uit!

Over de theorie achter het skien zijn vele boeken geschreven. Skien is een dynamische beweging van het lichaam waarbij een reeks bewegingen achter elkaar maar ook tegelijktijdig uitgevoerd moeten worden. Om goed te kunnen skien moet je, volgens de theorie van meervoudige intelligenties, een hoge mate van lichamelijke intelligentie bezitten. Kort gezegd: je moet lichaamslim zijn.

Wacht even zeg ik dat goed? Skiers zijn dus hele slimme mensen. Dat klopt! Dit betekent niet dat je daarmee je direct zou kunnen inschrijven op een universiteit of NASA een brief moet sturen. Daarvoor moet je namelijk op andere vlakken slim zijn.

Dit betekent wel dat door te leren skien met vallen en opstaan, je een slimmer persoon wordt. Dus pak snel je handschoenen en kom lekker skien…..als je slim bent.

SkiGuru

Van alle beroepen is natuurlijk de skileraar een hele bijzondere. Piloten halen het lang niet bij een skileraar. Een piloot vliegt met 1 vliegtuig met stilzittende mensen door de lucht terwijl skileraren met een compleet groepje meestal in mach 3 de berg afvliegen.

Om dit alles in goede banen te leiden heeft de skileraar ook zijn eigen vakjargon. Wij van SkiGuru kunnen het niet laten om toch even een tipje van de sluier op de lichten. Hier komen 3 belangrijke termen uit de taal van de skileraar: het skileraariaans

Term 1 – De centrale balans

Centrale balans is een mooie term om aan te geven dat een skier niet voorop, niet achterop staat maar centraal in balans. De gewrichten zoals knien, enkels en heup zijn daarbij licht gebogen. Dit is noodzakelijk om goed te kunnen bewegen en dus skien. Het komt er dus gewoon op neer: je staat lekker op je skies man…

Term 2 – De alpine balans

Een andere balans in het skien is de alpine balans. Dit heeft alles te maken met de hoek(en) die jouw lichaam aanneemt ten opzichte van de hellingshoek. Het gaat hier dus om kanthoek van de skies veroorzaakt door enkels, knien en heupen. Het komt erop neer dat je een compliment krijgt over je carvetalenten…..das mooi!

Term 3 – Aaneengesloten dynamische beweging

Ik moet je zeggen dat deze term een beetje is opgeblazen en je zult m zelden horen. Dat neemt niet weg dat dit toch een mooie manier is om te zeggen…..ik ben lekker aan het skien en het ziet er nog goed uit ook!

Dus als je nu nog een keer een kansloze crash maakt terwijl het terras vol zit met kniffelend volk, roep dan: jottum daar zat ik in mijn centrale balans en alpine balans er toch even naast! Doet het goed….of misschien wel helemaal niet.

SkiGuru